In de jaren '50 was de parochie van Kristus-Koning zo gegroeid dat er een behoefte ontstond voor een eigen kerk. Voordien werden er al een aantal missen opgedragen in de kapel van de picpussen. Door de groei van de parochie konden deze laatsten dit niet blijven doen. Om dit probleem op te lossen hebben de parochianen zelf met eigen handen en financiering een voorlopige noodkerk gebouwd. Op 3 juni 1957 werd hiermee gestart en op 22 oktober 1957 was deze noodkerk klaar. Op dat ogenblik wist men dat dit maar een voorlopige kerk zou zijn. Deze noodkerk bood plaats aan 350-400 parochianen. Op 7 juli 1962 zou er begonnen worden met de eerste-steenlegging van de huidige Kristus-Koning kerk.